Voorbereiding gesprek verzekeringsarts
Ga je naar de verzekeringsarts voor een gesprek? Zo bereid je je goed voor.
Leestijd: 4 minuten
Gesprek met de verzekeringsarts
Als je een Ziektewetuitkering hebt van UWV of een WIA-uitkering aanvraagt, dan krijg je een uitnodiging voor een gesprek met de verzekeringsarts van UWV. Dit gesprek is de eerste stap in het proces om je recht op een uitkering te beoordelen. Tijdens het gesprek wordt gekeken of je met jouw klachten en beperkingen in staat bent om ander werk dan je eigen functie uit te voeren. Na het gesprek met de verzekeringsarts volgt vaak ook nog een gesprek met een arbeidsdeskundige.
Wanneer word je opgeroepen voor een gesprek?
- Als je bijna één jaar ziek bent en een ZW-uitkering krijgt van UWV. Er is dan sprake van de Eerstejaars Ziektewet-beoordeling
- Als je bijna 104 weken ziek bent, moet het UWV beoordelen of je in aanmerking komt voor een WIA-uitkering
Hoe verloopt een gesprek met de verzekeringsarts?
Hieronder lees je hoe in beide situaties het gesprek met de verzekeringsarts er aan toe gaat.
Het gesprek met de verzekeringsarts duurt gemiddeld drie kwartier tot een uur. De verzekeringsarts bespreekt met jou je lichamelijke en psychische klachten. Ook vraagt de arts naar wat je op een dag doet, naar je contact met familie en vrienden, wat je hobby’s zijn en wat je in het huishouden doet.
Op basis van hetgeen je de arts vertelt, vult hij/zij de zogenoemde ‘functionele mogelijkhedenlijst’ in. Op deze lijst staan al je beperkingen voor arbeid genoemd. Zo staat er bijvoorbeeld op vermeld hoe lang je kunt lopen, zitten en staan maar ook hoe het is gesteld met je concentratievermogen of je vermogen om met anderen samen te werken. Op de lijst wordt ook genoteerd hoeveel uur je maximaal per week kunt werken.
De functionele mogelijkhedenlijst is de basis voor de berekening van je recht op een uitkering. Het is dus van belang dat de verzekeringsarts een goed beeld krijgt van je klachten en beperkingen. Lees daarom onze onderstaande tips goed door.
Tips voor een goed gesprek met de verzekeringsarts
- Zet van tevoren belangrijke punten op papier waarvan je vindt dat de verzekeringsarts deze moet weten
- Neem iemand mee naar het gesprek. Deze kan met je meeluisteren en als nodig aanvullingen geven
- Je hebt een gesprek met iemand die je niet kent. Dan is het vaak best moeilijk om toe te geven dat je bepaalde dingen niet kunt. Als jou gevraagd wordt om mee te lopen naar de spreekkamer en er moet een trap worden beklommen terwijl je dat heel veel moeite kost, vraag dan gewoon of er ook een lift is. Doe je niet beter voor dan je bent. Zeg eerlijk tegen de verzekeringsarts welke klachten en beperkingen je hebt. Alleen in dat geval kunnen je klachten en beperkingen juist worden vastgesteld
- Soms zijn bepaalde klachten zo overheersend dat je vergeet dat je ook andere klachten hebt die je beperken om te werken. Stel je hebt ernstige rugklachten en geeft dit aan. Maar je vergeet te melden dat je ook polsklachten hebt die problemen geven met computergebruik. Denk daarom voor het gesprek goed na over al je klachten en beperkingen. Zet deze op papier. Dan weet je zeker dat je niets vergeet en dat de verzekeringsarts een goed beeld krijgt van je situatie
- De verzekeringsarts wil graag weten hoe je een gemiddelde dag doorbrengt. Denk hierbij aan het volgende: Hoe laat sta je op? Kun je zelf ontbijt maken? Wat doe je in het huishouden? Heb je hobby’s en kun je die nog uitoefenen? Moet je rusten op een dag en hoe vaak? Heb je contacten met familie en vrienden? Schrijf van te voren op hoe een gemiddelde dag er voor jou uitziet. De arts vraagt je misschien wat je gisteren deed. Was dat voor jou geen gemiddelde dag? Dan kun je dit aangeven en voorstellen dat je vertelt wat je hebt opgeschreven over een gemiddelde dag
- Heeft je verzekeringsarts nog geen informatie ontvangen van je behandelend arts? Dan kan hij je behandelend arts vragen deze informatie alsnog te verstrekken. Dit kan alleen als je hiermee instemt en hiervoor een machtiging tekent. TIP: Het is handig om je behandelend arts daarna alvast te vertellen dat de verzekeringsarts van het UWV medische informatie gaat opvragen om je rechten op een uitkering te kunnen beoordelen. Je arts weet dan dat het informatieverzoek eraan komt. En dat het belangrijk voor je is dat goede informatie wordt verstrekt
- Neem je medicijnen mee naar het gesprek met de verzekeringsarts. Heb je last van bepaalde bijwerkingen? Vertel dat dan aan de verzekeringsarts
- Je mag het gesprek met de verzekeringsarts opnemen. Je kunt het dan later nog eens rustig terug luisteren. Bespreek van tevoren met de verzekeringsarts dat je dit wilt doen
- Blijf rustig en wordt niet boos als je het niet eens bent met de verzekeringsarts. Natuurlijk mag je zeggen dat je het niet eens bent met de conclusies van de verzekeringsarts, maar blijf wel in gesprek.
- Soms is er ook nog een kort lichamelijk onderzoek. Bijvoorbeeld als de verzekeringsarts op basis van je verhaal en de informatie die hij al heeft zich al een oordeel kan vormen over je beperkingen
De arbeidsdeskundige bekijkt welke functies je nog kunt doen
Na het gesprek met de verzekeringsarts neemt de arbeidsdeskundige je dossier in behandeling. Deze bekijkt welke functies je kunt doen met je beperkingen die de verzekeringsarts heeft vastgesteld. Daarna maakt hij een vergelijking van het loon dat je in theorie met je beperkingen kunt verdienen en wat je verdiende voordat je ziek werd. Het verschil daartussen wordt uitgedrukt in een percentage. Dat is je percentage arbeidsongeschiktheid.
Ook met de arbeidsdeskundige krijg je een gesprek. De arbeidsdeskundige vertelt je welke conclusies zijn getrokken over je recht op uitkering.
Daarna krijg je een schriftelijke beslissing thuisgestuurd waarin staat of je de Ziektewetuitkering behoudt of dat je een WIA-uitkering krijgt. In de bijlage bij de beslissing staat voor welk percentage je arbeidsongeschikt wordt geacht.
Bezwaar indienen
Ben je het niet eens bent met de beslissing over je recht op uitkering? Of is het vastgestelde arbeidsongeschiktheidspercentage volgens jou niet goed vastgesteld? Dan kun je een bezwaar indienen. Het bezwaar moet binnen zes weken na de datum die op de beslissing staat worden ingediend. Je leest er meer over in dit artikel.
Let op: Als je een Ziektewetuitkering hebt en je wordt geschikt bevonden voor je eigen werk dan geldt een andere termijn. Er moet dan binnen twee weken bezwaar worden ingediend.