Bewijs maar dat ik door rood licht reed
Leestijd: 1 minuut
Een cliënt van ARAG staat stil voor de verkeerslichten en trok op bij groen licht. Plotseling wordt hij met grote snelheid aangereden door iemand die klaarblijkelijk nog even snel de kruising over wilde steken.
Het verhaal van de tegenpartij
Desgevraagd geeft de man aan dat hij het gele licht zag en dat hij door gas bij te geven wilde voorkomen dat hij voor het rode licht moest stoppen. Hij kon zich niet voorstellen dat hij bij rood de kruising op was gereden. Bovendien bevond hij zich op de voorrangsweg dus als het niet duidelijk was dat hij door rood was gegaan dan vielen volgens hem de lichten weg en had hij voorrang moeten krijgen.
Start van een procedure
Er volgde een discussie met de verzekeraar van de tegenpartij. Die stelde dat er geen bewijs was voor de stelling van mijn cliënt dat hij bij groen licht de kruising opreed. De verzekeraar wees de zaak daarom af. Daarop ben ik gaan procederen.
Hoe ik de zaak won voor mijn cliënt
De tegenpartij had erkend dat hij probeerde het rode licht te vermijden. En uit zijn verhaal leidde ik af dat de kans groot was dat zijn poging niet was gelukt. Hij had al moeten stoppen voor geel licht (en daarmee moeten voldoen aan de vereisten van artikel 68 lid 1 RVV sub b). Door gas bij te geven nam hij het risico dat hij niet tijdig de kruising zou verlaten. Mede gelet op de hoge snelheid van de tegenpartij was de aanrijding voor mijn client niet te vermijden. Daarnaast heb ik ook verweer gevoerd op de stelling dat de tekens leidend zouden zijn. Er is sprake van een rangorde, artikel 64 RVV geeft dat aan; lichten gaan boven tekens. Zou de tegenpartij botweg ontkend hebben dat hij geprobeerd had het gele licht te halen, dan had mijn cliënt een bewijsprobleem, want er waren geen getuigen. Nu werd de vordering toegewezen omdat de rechter meende dat voldoende aannemelijk was dat de tegenpartij zich ten opzichte van mijn cliënt gevaarlijk had gedragen.