Werknemer stapt sneller naar de rechter bij een conflict met de baas
12 juli 2023 | Leestijd: 3 minuten
De meerderheid van de Nederlandse werknemers zou bij een oplopend conflict met de werkgever niet terughoudend zijn een rechtszaak aan te spannen. Dat blijkt uit onderzoek van juridisch probleemoplosser ARAG onder meer dan duizend werknemers. Een geschil over uitbetaling van loon of vakantiegeld zou de voornaamste reden zijn om naar de rechter te stappen, daarna volgt grensoverschrijdend gedrag.
Het verschil is aanzienlijk. Waar 59 procent van de Nederlanders juridische stappen onderneemt als het een conflict rondom loon, vakantiegeld of overuren betreft, is dat bij grensoverschrijdend gedrag veertig procent. “Vorig jaar was dit 35 procent. Er is dus sprake van een stijging door een toenemend bewustzijn dat grensoverschrijdend gedrag niet hoeft te worden getolereerd. De aandacht in de media heeft bijgedragen aan een veranderende opvatting. Toch blijft de drempel om je uit te spreken helaas nog steeds erg hoog”, zegt Céline de Vries, jurist bij ARAG. 33 procent van de mannen zou naar de rechter stappen, mocht hij er met zijn werkgever niet uitkomen, tegenover 48 procent van de vrouwen.
Voor verloning eerder in de bres
Werknemers spannen eerder bij conflicten rondom het salaris een rechtszaak aan. Bijvoorbeeld over niet-betaalde overuren. Zo oordeelde de rechter eerder dit jaar dat Uber een werknemer alsnog moest betalen voor gemaakte overuren, inclusief schadevergoeding: 72.000 euro. De Vries: “Denk je dat je salaris niet klopt, of dat je niet betaald krijgt waar je recht op hebt, bespreek dit dan eerst met je werkgever. Kom je er samen niet uit, dan kan je juridische hulp inschakelen.”
Dat werknemers zich sterk voelen in een conflict met de werkgever, ligt aan hun positie op de arbeidsmarkt. “Door het tekort aan personeel durft men eerder hun gelijk te halen, al dan niet via de rechter”, zegt De Vries. Een kwart van de Nederlandse werknemers verwacht ook minder problemen met de werkgever, omdat deze niet snel aan nieuw personeel komt. Daarentegen laat twintig procent van hen het juist na om juridische stappen te ondernemen, omdat zij verwachten eenvoudig een nieuwe baan te vinden.
Werknemer de dupe van onwetendheid
Dat lang niet iedereen juridische stappen onderneemt, of zelfs na laat bezwaar te maken, heeft deels te maken met onwetendheid. De Vries: “Neem bijvoorbeeld de wetswijziging rondom studiekosten. Sinds augustus vorig jaar mogen er geen kosten meer op de werknemer worden verhaald voor scholing, die volgens de wet of CAO verplicht is voor de uitoefening van de functie. Slechts zeven procent weet hiervan. Het kan zijn dat veel werknemers dus nog opdraaien voor de kosten van een verplichte studie.”
Ook over andere zaken van het arbeidsrecht is de kennis summier. Zo weet bijna de helft weinig tot niets af van de rechten rondom de wettelijke transitievergoeding. Ruim een kwart zegt (enigszins) onbekend te zijn met rechten wat betreft vakantiedagen en verlof.
“Weinig Nederlanders weten bijvoorbeeld dat als je op vakantie ziek wordt en dit meldt bij je werkgever, je af kunt spreken met je werkgever of dit ziekte- of vakantiedagen zijn. Worden het ziektedagen, dan kun je die dagen later wederom opnemen als vakantiedagen. Spreek je af dat het ziektedagen zijn, dan gelden de gemaakte afspraken over eventuele wachtdagen en hoogte loon bij ziekte”, besluit De Vries.