Partneralimentatie is maatwerk: ‘Een specialist biedt hulp’

Intakegesprekken

Zelf houdt Brenda voor ARAG Direct zogenaamde intakegesprekken met mensen die in scheiding liggen. Zij helpt hen op weg door vragen te stellen en te luisteren. “Zo kom ik erachter waar de behoefte van de cliënt ligt”, vertelt ze. “Mensen die in scheiding liggen kunnen bij ARAG Direct drie verschillende pakketten afnemen: Zelf, Samen en een Screening. Het hangt van de partners af welk pakket het beste past.”

Brenda krijgt tijdens intakegesprekken regelmatig heftige verhalen te horen. “Echtscheiding en de gevolgen daarvan, hebben een hoge emotionele lading. Juridisch gezien is het ook erg ingewikkeld. Dat maakt het heel intens om zulke zaken te behandelen. Via onze website en via onze collega juristen op het Service Center van ARAG krijgen wij bij ARAG Direct verschillende zaken binnen. De intakegesprekken verlopen vaak via Whatsapp. In heftige gevallen bellen wij altijd met de klant. Daar zit al een stukje advies in. In zo’n gesprek leg ik ook uit wat de mogelijkheden zijn via ARAG Direct en welke pakketten wij aanbieden.”

De zaak bij de juiste persoon

“Indien onze hulp nodig is, maken we een dossier op. Dat kan ik niet opmaken zonder persoonlijke vragen te stellen. Die persoonlijke vragen zijn ook nodig om de beste mensen te vinden die de meeste expertise hebben op dat vlak. Soms kom je daarin dicht in de privésfeer van mensen.”

“Soms zijn er bijvoorbeeld kinderen betrokken bij de scheiding. Of is er mishandeling in het spel bij één van de partners. In dat geval kijken we naar een advocatenkantoor dat ook expertise heeft op het gebied van strafrecht en familierecht. Ook kijken we naar de woonplaats van de cliënt. We houden er rekening mee of iemand het juist prettiger vindt om online af te spreken met een advocaat, of toch liever op kantoor. Van klanten krijgen wij regelmatig te horen dat ze deze manier van werken heel prettig vinden.”

Expertise van een advocaat

Vervolgens wordt de behandeling van de zaak overgenomen door één van de partnerkantoren van ARAG. Door de intakegesprekken van Brenda en haar collega’s zijn de partners al goed op de hoogte van de situatie. Een van die partners is Mark van Essen, werkzaam voor Raetsluy Advocaten. Een kantoor met jarenlange ervaring op het gebied van personen- en familierecht, strafrecht, arbeidsrecht, psychiatrisch patiëntenrecht, erfrecht en mediation. Met zijn specialisatie in deze verschillende rechtsgebieden heeft Mark regelmatig te maken met echtscheidingszaken, waaronder dus ook partneralimentatie valt.

Mark beaamt dat het bereken van partneralimentatie maatwerk is en dat het mede hierdoor juridisch ontzettend ingewikkeld is. “Ik ben al jaren werkzaam als advocaat en heb al heel veel partneralimentatiezaken behandeld. Toch volg ik nog regelmatig cursussen om mijzelf bij te scholen. Geen zaak is namelijk hetzelfde en ondanks dat we veel expertise hebben, merken wij dat we regelmatig iets totaal nieuws meemaken”, vertelt Mark.

“De wetgever heeft in de wet alleen aangegeven dat men onderhoudsplichtig kan zijn, maar heeft niet aangegeven hoe deze onderhoudsverplichting (de alimentatie dus) berekend moet worden en dat maakt het heel ingewikkeld. Er is daarom een rapport opgesteld: het Rapport Alimentatienormen. Doel van dit rapport: het leveren van een bijdrage aan de voorspelbaarheid en rechtszekerheid van de rechtspraak in alimentatiezaken. Hierin staan aanbevelingen om de berekening voor iedereen zo gelijk en eerlijk mogelijk te maken. Omdat het maatwerk is en geen standaardberekening, is de berekening van partneralimentatie complex”, vertelt Mark.

Mark legt uit: “Na een huwelijk of geregistreerd partnerschap heeft u recht op partneralimentatie, in alle andere gevallen niet. De partneralimentatie bedraagt maximaal vijf jaar. Of korter, als het huwelijk of geregistreerd partnerschap korter dan tien jaar duurde. Dan ontvangt uw ex-partner alimentatie voor de helft van de tijd dat het huwelijk of het partnerschap duurde.”

Er zijn drie uitzonderingen op deze regel:

Volgens Mark hangt het van de zaak af hoe deze wordt behandeld. “Als partijen nog met elkaar kunnen overleggen, heeft dat natuurlijk altijd de voorkeur. De ervaring leert dat de twee advocaten dan met elkaar overleggen en samen een berekening maken. Maar zodra er onenigheid is over bijvoorbeeld het inkomen, wat je regelmatig ziet bij ondernemers, omdat zij vaak een variabel inkomen hebben, draait het in veel gevallen uit op een procedure.

De procedure is vrij overzichtelijk: een van de partijen dient een verzoekschrift in. De ander mag daarop reageren via een verweerschrift. Er volgt een zitting bij de rechtbank en die doet vervolgens uitspraak”, legt Mark uit.

“Om alimentatie vast te stellen moet eerst bekeken worden naar de behoefte. En deze behoefte wordt vastgesteld op basis van het inkomen uit het verleden. Vervolgens wordt gekeken naar wat er nodig is om van te leven. De behoefte van kinderalimentatie is makkelijker vast te stellen dan die van partneralimentatie, omdat het NIBUD (Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) tabellen heeft opgesteld. Als iemand € 1000,00 per maand te besteden heeft, geeft deze persoon waarschijnlijk minder geld uit aan zijn kinderen dan iemand die € 3000,00 te besteden heeft. Het NIBUD houdt dus rekening met het salaris van de ouders/verzorgers en daar wordt de kinderalimentatie op vastgesteld.

Berekening partneralimentatie

Bij partneralimentatie ligt dit anders en is het veel lastiger, omdat hier geen standaard tabellen voor zijn. Er wordt meer gekeken naar wat iemand nodig heeft en dat gaat best ver. Zo worden er behoeftelijsten opgesteld met maandelijkse uitgaven, zoals vaste lasten, maar ook wat iemand uitgeeft aan cadeautjes, kleding en sokken.”

“Die lijsten bleken in de praktijk vooral tijdrovend en niet handig. Nu wordt er gekeken naar het netto besteedbaar inkomen tijdens het huwelijk. Vervolgens wordt er berekend met zestig procent van dat bedrag. Dat is vastgesteld op zestig procent om de simpele reden dat het leven alléén duurder is dan met z’n tweeën. Als dat is vastgesteld gaan we kijken hoe wij de behoefte invullen.”

“Het komt er eigenlijk op neer dat we dan gaan kijken in hoeverre een partner in staat is om met dat maandelijkse inkomen iets bij te dragen aan de behoefte van de ander. We kijken dus naar de werkelijke lasten en wat iemand op papier netto overhoudt. Het vaststellen van partneralimentatie is voor iedere zaak anders, omdat er met heel veel zaken rekening wordt gehouden. Van toeslagen tot uitgaven: alles wordt meegerekend. Daar komt bij dat partners zelf afspraken mogen maken over de hoogte van de partneralimentatie. Bij kinderalimentatie is dit niet het geval. Ook gaat het betalen van kinderalimentatie altijd voor”, vertelt Mark.

“Als iemand niet kan betalen, dan heeft diegene die recht heeft op alimentatie simpelweg pech. Als er geen geld is, kan er niet betaald worden. Dit zal dan blijken uit de berekening. Maar als alimentatie is vastgesteld en er wordt geweigerd om te betalen, dan kunt u met de uitspraak van de rechter naar een deurwaarder of onder voorwaarden naar het LBIO (Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen) stappen om de alimentatie te innen. Er wordt dan bijvoorbeeld beslag op het inkomen gelegd”, legt Mark uit.

“De berekening wordt altijd gemaakt in het ‘nu’. Er wordt dus geen rekening gehouden met een lager inkomen in de toekomst. Bij wijzigende omstandigheden kunt u opnieuw afspraken maken en dus ook naar de rechter stappen”, aldus Mark.